Tja, na Sumba (of eigenlijk halverwege Sumba) nu even een sprong vooruit.
We waren ijverig bezig met het reisverslag van onze trip door Sumba, daarna zou Sumbawa nog volgen.
Maar de plannen zijn gewijzigd. Aangezien er geen veerboot voer tussen Waikelo (Sumba) en Sape (Sumbawa) (vanwege aanpassingen in de haven van Waikelo) en we alleen via omwegen naar Sumbawa konden vliegen, zijn we aan het denken gegaan. Onze gedachten zaten al deels in Lombok, dus hebben we snel de knoop doorgehakt en Sumbawa uit ons schema geschrapt. Vanuit Sumba zijn we aan het einde van onze rondreis (via Denpasar-Bali) naar Lombok gevlogen.
Daar zijn we 11 september tegen de avond geland.
Van Sumba hebben we nog een paar dagen te schrijven, dit stellen we uit tot een later moment.
We zijn erg druk en vinden Lombok even iets belangrijker.
Terug naar 11 september dus…

11 september 2018
Na een vlotte vlucht zijn we op Lombok geland. We hadden aan Trac al doorgegeven dat we een paar dagen eerder kwamen, en onze huurauto stond netjes klaar op het vliegveld.
Een uurtje later komen we aan in Loco, waar we bij het voetbalveldje worden begroet door de mannen uit het dorp. Perfecte timing, er zijn genoeg mensen om ons te helpen de bagage naar boven te sjouwen. De auto mogen we bij Bumi Aditya hotel parkeren, daar zijn genoeg vrije plekken.
Dan lopen we het dorp in. We kenden het uiteraard al van de foto’s, maar het tentenkamp op het open veld in het dorp maakt wel indruk als je er zo langs loopt. Hier leven veel gezinnen nu, omdat hun huis onbewoonbaar is na de aardbevingen of omdat ze te bang zijn om in huis te slapen. Veel huizen die nog overeind staan, hebben flinke schade opgelopen en zien er niet al te veilig uit. Zeker omdat er nog steeds aardbevingen zijn, vertrouwen veel mensen het niet om in huis te slapen.
We lopen door naar ons huis, alle 117 traptreden, en zijn blij met de hulp van een paar jongens uit het dorp. Die huppelen vrolijk met onze bagage naar boven.
Volgens Pak Edu, de ‘huisbaas’ moeten we eerst maar even gaan rusten. Tja, dat zou misschien wel verstandig zijn, maar we willen eigenlijk nog wat zien van Senggigi.
Als we ons heerlijke welkomstdrankje, een watermeloensapje, op hebben wandelen we naar Senggigi.
De schade is niet echt opvallend. Zeker nu in de schemering zou ons niets opvallen als we er niet speciaal op zouden letten. We zijn het wel gewend dat links en rechts wat zand ligt, een stapel stenen, wat bouwafval. Dat is hier altijd. Ook is het minder uitgestorven dan we verwacht hadden. Er zijn wat restaurantjes open, een paar hotels, de meeste supermarkten. Bij vrijwel alle restaurantjes die open zijn, zitten wel een paar mensen, dat hadden we eerlijk gezegd niet verwacht.
We besluiten om eerst maar een hapje te eten. Bekend adres, andere eigenaar/naam, iets met Willy, maar de kaart is vrijwel hetzelfde en het personeel ook. Prima plek voor een snel diner.
We besluiten om nog wat verder Senggigi in te lopen. Tot aan Happy Café lijkt er weinig aan de hand te zijn. Maar daarna verandert het. Alle gebouwen mankeren wel wat. Het nieuwe Central Inn hotel heeft een wel erg open kamer gekregen. De hele voorpui van een kamer op de 2e verdieping is eruit gevallen en je kijkt zo de badkamer en slaapkamer in. Taman hotel/restaurant ziet er wel nog goed uit. De rij winkels aan de linkerkant is dicht, en als we het gebouw bekijken, lijkt het erop dat ze voorlopig niet meer open gaan. Jammer, mijn favieriete souvenirwinkel zat er ook.
Ook aan de andere kant van de weg veel schade. Nu we toch al een eind naar het noorden zijn, besluiten we door te lopen naar Asmara, waar Daan aan het werk is. Daar is het rustig, maar er zijn toch nog een paar tafeltjes bezet. Daan wist dat we al eerder naar Lombok zouden komen, maar had ons hier nu niet verwacht en krijgt het even te kwaad als ze ons begroet. Het is voor haar een heftige tijd geweest. Eerst het overlijden van haar vader, nu de ellende van de aardbeving. Het huis van haar en haar familie is grotendeels ingestort, en ze leven nu in een tent in Loco.
We drinken een kop koffie en kletsen even bij. Dan wandelen we rustig terug naar Loco. Het is al laat, de rest van Senggigi komt nog wel een keer.
Ondanks de schade die we hebben gezien, valt het ons niet tegen. We hadden Senggigi stiller verwacht. Het is absoluut niet wat we gewend zijn hier, maar er leeft nog iets.
Als we weer boven op de berg zijn aangekomen, zetten we voor de zekerheid een rugzakje met wat kleren, een zaklamp, flesje water en onze papieren naast het bed. Als we vannacht halsoverkop het huis uit moeten, hebben we in elk geval wat bij ons. Ondanks het feit dat dit huis tot nu toe geen scheurtje heeft opgelopen, ben je je zeer bewust van het feit dat er elk moment een nieuwe beving kan komen.  
De angst van de mensen die slechtere huizen hebben en nu in de tenten overnachten, begrijpen we heel goed. Tja, niet voor niets hebben we zelf voor de zekerheid ook maar een tentje meegenomen. Je weet nooit of het van pas komt. Als we het zelf niet nodig hebben, kunnen we er altijd nog iemand anders blij mee maken.

12 september 2018
Na een toch wat onrustige nacht zijn we vroeg uit de veren. Lombok wacht, en buiten is het heerlijk rustig en nog niet al te warm. Pajri maakt een lekker ontbijtje voor ons. Bananenpannenkoek, kopje thee, buah naga. Met het fantastische uitzicht erbij is het genieten.
Na het ontbijt gaan we naar Pak Umpuk, op ziekenbezoek. Hij is al een paar dagen niet lekker.
Hij ziet er ook niet goed  uit, maar als we een tijdje bij hem en ibu zitten te kletsen, lijkt hij wat vrolijker te worden. Uiteraard wordt de reis naar Sumba besproken, de kinderen, de aardbeving. Na een jaar hebben we heel wat bij te praten.
Een uur of wat later rijden we naar Mataram. Daar willen we wat inkopen doen, gewoon wat huishoudelijke dingetjes en wat eten en drinken.
Als we over Jalan Udayana rijden, zien we de auto van Jay staan bij zijn 3 maanden jonge restaurantje. Als de auto er is, zal Jay er ook wel zijn. En inderdaad, hij is er. Het restaurantje hebben we nog niet gezien, behalve vorige week, toen we er langs zijn gereden. Jay organiseert normaalgesproken Rinjani beklimmingen en toeristische dagtochten, maar daar zal voorlopig weinig klandizie voor zijn. De Rinjani zal sowieso voorlopig dicht blijven voor toeristen. Geen idee hoe de situatie daar nu is na alle bevingen en landverschuivingen, maar veilig is het er zeker niet. Nu heeft Jay in elk geval hieruit nog wat inkomsten.  
Het restaurant ziet er gezellig uit. Alle restaurantjes/warungs hier zitten in de open lucht. Jay’s warung heeft een aparte sfeer, niet standaard Lomboks. Een sfeer en aankleding die ook de jongeren hier aan zal spreken. Even later komen er inderdaad een paar studenten aanlopen die hier gaan zitten en wat bestellen. Gratis wifi wordt goed gebruikt. Slim om dat aan te beiden hier! De studenten gaan rustig hun huiswerk zitten maken.
Veel honger hebben we nog niet, maar Jay wil ons toch iets te eten geven. Hij gaat persoonlijk een Rinjani-pizza voor ons maken. En een kop Rinjani thee.  Eenvoudig maar erg lekker. Terwijl we zitten te eten en drinken bespreken we met Jay de afgelopen weken en de komende weken.
Al sinds de bevingen van 6 augustus rijst Jay een paar keer per week met hulpgoederen naar de zwaargetroffen gebieden, met name in noord en oost Lombok. Wij zorgen voor het geld, Jay regelt de inkopen en verspreiding. Iets wat hij met veel toewijding doet, en waar we hem erg dankbaar voor zijn.
We spreken af dat we deze week nog met hem op pad gaan om spullen af te leveren in oost Lombok.
Daar is hij in een dorpje geweest waar nog nauwelijks andere hulp was gekomen.
Vrijdag gaan we met hem mee. We twijfelen nog even of we morgen ook mee gaan inkopen doen, maar onze aanwezigheid zal de prijs van de inkopen misschien wat doen verhogen. Dus geven we Jay geld en spreken we af voor vrijdag.


omgeving Gunung Sari, vanaf hier zien we grote tentenkampen

Veel eenvoudige kleine huisjes worden hier gebouwd, comfortabeler dan de tenten

We rijden nog even door naar Mataram Mall. Daar doen we wat inkopen. We rijden terug via Gunung Sari en Pusuk Pas. Gunung Sari is zwaargetroffen. Vreselijk om te zien. Wel zien we hier wat opbouw. Niet op de plekken waar de huizen stonden, maar in de opvangkampen. Op een paar plekken zien we rijen eenvoudige huisjes staan. Heel simpel, van houten/hardboard platen met een metalen golfplaten dak. Niks luxe, niks moois, maar vast veel beter dan een tent. Tenten zijn er in alle soorten en maten. Van kleine koepeltentjes tot hele grote tenten. Maar ook veel zelfgebouwde exemplaren, van stukken zeil, karton, golfplaten.
Bij scholen en ziekenhuizen staan grote tenten van de overheid of politie. Op plekken waar scholen nog intact zijn, wordt ook vaak in tenten les gegeven, omdat de kinderen nog niet naar binnen durven.  


In de omgeving van Bangsal, Teluk Nare is enorm veel schade

Op veel plekken is al flink opgeruimd

We rijden verder en bij Pusuk Pas keren we weer naar het zuiden. Hier is een van de zwaarst getroffen gebieden, Pemenang. Wat een ellende, hele gebouwen, hele buurten die weg zijn. Alleen bergen puin liggen er nog.
Er is opvallend veel politie op de weg, en ook zien we veel militairen. Op een enkele plek wordt puin geruimd met grote graafmachines. Hele velden worden zo schoongeveegd. We vragen ons overigens af waar al het afval naar toe gaat.


Het 2 jaar oude terminalgebouw in Teluk Nare heeft de aardbevingen ook niet goed doorstaan


De graafmachine heeft hier genoeg werk. Militairen zorgen voor de doorstroming van het verkeer.
Bij scholen, ziekenhuizen en overheidsgebouwen staan vaak grote tenten. Hier bij Puskesmas Nipah is veel naar buiten verhuisd.

We zien ook veel gesorteerd ‘afval’ liggen. Wat eventueel bruikbaar is voor de heropbouw wordt schoongemaakt en bewaard. Tot nu toe is het voor niemand echt duidelijk wanneer ze met de heropbouw kunnen beginnen. Maar de verhalen gaan dat de overheid begint met vergoedingen geven in de zwaarstgetroffen gebieden. Afhankelijk van de mate van schade (beetje beschadigd, flink beschadigd of compleet verwoest)  krijgen de mensen dan een vergoeding. De hoogste, bij compleet verwoest, is 50 miljoen IDR, omgeveer 3000 euro. Niet genoeg om een compleet huis te bouwen.
Dan is het wel handig als je van tevoren zoveel mogelijk materialen verzamelt, desnoods 2e hands.
Tot aan Senggigi blijft de schade aanzienlijk. We worden er niet vrolijk van. Opvallend is dat de meeste mensen hier wel heel optimistisch zijn. Ze zijn flexibel en passen zich vlot aan aan de nieuwe situatie.
Als we weer in Loco komen, verzamelen we wat spullen en gaan dan naar Opan en Ida.
Voor we wegrijden worden we geroepen door Pak Awal en zijn vrouw. Hun huis is grotendeels ingestort, maar ze proberen zoveel mogelijk bij hun huis te blijven, ze gaan pas later in de avond naar de tenten. Hun 3 maanden oude kleinkindje is graag in de tent. Thuis huilt het kind alleen maar. We horen het van meer mensen, de kinderen hebben niet zoveel moeite met de tenten. Voor veel van hen is het best wel gezellig. Al zijn er ook ouders die klagen over het gebrek aan nachtrust,voor hunzelf en voor de kinderen. 
We krijgen thee aangeboden, maar beloven snel een keer terug te komen. We moeten nu snel naar Opan en Ida die op ons zitten te wachten. En waar we heel veel dingen moeten bespreken, zowel over de aardbevingshulp als over de 'standaard' Impian Anak-zaken; de schoolkindersponsoring, Rahman, medicijnen. Ook dat loopt allemaal door deze maanden.
Veel te laat in de avond rijden we weer naar Loco. Het was weer een volle dag. Maar morgen hebben we (nog) weinig planning, misschien komen we dan aan schrijven toe…

Deze site maakt gebruik van cookies voor het verbeteren van uw bezoekerservaring