Vandaag hebben we een wijziging in het programma, we zouden naar een traditioneel dorpje en een waterval ten westen van Waingapu gaan. Maar vanwege wegwerkzaamheden in die richting gaan we naar het dorpje Rende en Waimarang waterval, een stuk naar het zuiden.
Wij vinden het allemaal goed. Waterval klinkt in elk geval heerlijk!
Het is een heel stuk rijden en we genieten van het uitzicht om ons heen. En van de muziek in de auto. Sumbanezen en muziek is een goede combi. Hoe harder hoe beter, lijkt het wel. Och, zolang de muziek goed is, vinden wij het prima.
De omgeving verandert snel. Het is hier ontzettend droog. De huisjes, vaak zijn het niet meer dan gammele hutjes, liggen her en der verspreid. Overal scharrelt wat vee rond, kippen, geiten, varkens, koeien. Bij de meeste huisjes hangt was te drogen. Of is al lang droog en hangt er nog steeds. We zien veel ouderwetse waterputten waar mensen met een emmer water uit halen. Wat zullen ze straks blij zijn als het gaat regenen en alles weer wat kleur krijgt.
We vragen ons af waar de mensen van leven, grote plaatsen zijn er nauwelijks, maar Erwin vertelt dat er wat gevist wordt, er is een stuk verderop een grote suikerrietplantage. Er werken wat mensen in de zand/steen/kalkwining. Verder is er wat visserij op zee. Veel mensen hebben een klein moestuintje bij hun huis. Ze zullen redelijk zelfvoorzienend zijn, denk ik. Je ziet weinnig auto’s en motoren. En de afstanden zijn groot.
Als we bij het traditionele dorp Rende aankomen, lijkt het volkomen uitgestorven. We vragen ons af of er uberhaupt mensen wonen, of dat het een soort museumdorpje is.

Ons huisje in Prailiu, ook traditioneel gebouwd
Ons huisje in Prailiu, ook traditioneel gebouwd

Maar er zitten wel wat mensen in de beschutting van hun huizen, onder de overstekende daken. Ook hier zien we weer de traditionele grote vierkante huizen met puntdak. Soms met dakbedekking van alang-alang gras, soms de modernere versie van golfplaat.
Als we even rondlopen door het dorpje, snappen we waarom we niemand zien. Het is bloedheet en door de stralendwitte ondergrond van een soort kalksteen, weerkaatst de zon enorm.
Met Erwin maken we een rondje door het dorp en we krijgen uitleg over vanalles en nog wat.
Over de graftomben die centraal tussen de huizen staan. Over de indeling van de huizen, de tradities en gebruiken. Heel interessant. Het lijkt erop dat het leven hier aan elkaar hangt van tradities, gebruiken, ceremonies voortkomend uit het Marapu geloof.
Ook hier wordt weer volop geweven. We zien niet heel veel verschillen met de ikat die we gisteren zagen, maar het schijnt dat elke regio weer andere motieven en kleuren heeft. Op zich ook logisch als je bedenkt dat de meeste grondstoffen voor de verf uit de natuur komen, komen bepaalde planten hier niet voor, dan wordt de kleur die ze ervan maken minder of niet gebruikt.


Na de wandeling worden we ontvangen door één van de bewoners, met de welbekende betelnoten en een kop koffie. Lekker, hier geen Lombok-koffie maar Sumba koffie. We proeven eigenlijk geen verschil, en dat zal er ook niet zijn, want koffieplantages hebben ze hier niet.
Als de man aan Erwin vraagt wat we de rest van de dag gaan doen, vind ik het weer leuk dat ik wat Indonesisch versta. Als Erwin vertelt dat we naar de waterval gaan, kijkt de man naar mij en zegt iets over mij. Klinkt als ‘…… met die vrouw?’. Erwin antwoordt hem dat het wel kan, dat ik sterk ben. Pak Manto voegt er aan toe dat ik gisteren ook gefietst heb. Haha, de vraag van de man was inderdaad of ik de wandeling naar de waterval wel aan zou kunnen. Heel geruststellend dus, ik ben nooit zo gek op wandelingen bergop/af over lastige paadjes. Maar volgens onze begeleiders komt het vast wel goed. We zullen zien.

Als we de kopjes (op een laagje koffiedrab na) leeg hebben, gaan we weer verder. Op naar de waterval. Dat is nog een heel eind rijden over slechte wegen en zandpaadjes. Het uizicht verandert niet veel, al is het met plaatsen wat bergachtiger. Het blijft overwegend kurkdroog en we vragen ons af hoe hier een waterval kan zijn.
Ook hier, ‘in the middle of nowhere’, komen we steeds weer huisjes en af en toe een dorpje (meer dan 1 huisje) tegen.  De bewoners horen ons ongetwijfeld aankomen (ramen open, goede harde muziek, geen ander verkeer) en staan al bij hun huis te zwaaien. Wat een vriendelijkheid overal!


Na een fikse rit komen we bij een soort van parkeerplaatsje. Daar wordt de auto neergezet en we besluiten om voor de wandeling eerst te lunchen. De andere optie was bij de waterval eten, maar dan moeten we de lunch meenemen naar beneden. Op één van de bamboe berugaks gaan we lekker in de schaduw zitten en Erwin en Pak Manto serveren de lunch. Heel grappig (en verantwoord), voor iedereen  een tupperware box met vakjes vol lekkere dingen, nasi, vlees, groente, stukje tempeh en uiteraard wat sambal. Dit zou iedereen moeten doen, scheelt veel plastic afval! Ook aan het drinken is gedacht. In de auto staat een 20 litercontainer drrinkwater met een pompje, en we hebben alle vier een veldfles, waarin het water ook nog lekker koel blijft. Goed idee voor Lombok! Geen gedoe met plastic flesjes of bekertjes kopen en we hebben altijd water bij de hand.
We hebben deze reis overigens via Wise Steps Travel geboekt, een organisatie die veel aandacht besteedt aan reizen op een ecologisch verantwoorde wijze, en ook kleinschalige lokale projecten ondersteunt, zoals de tocht van gisteren met de jongeren van Mai la Humba langs de ikatbedrijfjes.
Als we de lunchboxen leeg hebben, (eigenlijk dragen we de lunch nu toch mee naar beneden) gaan we afdalen. Ik ben blij dat ik mijn trekking/wandelstok bij me heb, want het pad is best steil en door losliggend zand en steentjes soms behoorlijk glad. Na een afdaling van een half uur komen we bij de waterval. En die is mooi! Als is het niet echt een waterval. Meer een natuurlijk zwembad in de rotsen. Via een kleiner bad kun je door naar een grote, bijna volmaakt ronde ‘vissen’kom in de rotsen. Vandaaruit kun je nog verder omhoog klimmen naar een volgend bad, maar daar wagen we ons niet aan.



We koelen heerlijk af in het water, wat een genot. Het is er wel wat drukker, maar we zijn de enige niet lokale toeristen. Ook wel gezellig!
Als we uitgespetterd en weer droog zijn, gaan we aan de terugweg beginnen. Die vind ik niet zo leuk, maar ja.
Met een paar tussenstops/drinkpauzes en uithijgmomentjes komen we boven aan, waar Pak Manto op ons zit te wachten. Daar drinken we nog wat en daarna gaan we weer op pad. Terug richting Prailiu.
Maar we maken nog een tussenstop bij Wera, een mini-resort aan zee. Een paradijsje, al is het met ‘onze’ toyota niet makkelijk te bereiken. Het zand is erg los, en we mogen op een gegeven moment even uitstappen en de auto een zetje geven. Met stoffige voeten komen we aan bij het strandresortje. Zee genoeg hier om de voeten weer schoon te spoelen. Het is een leuk plekje voor mensen die rust zoeken. Een paar eenvoudige, maar mooie huisjes en een restaurantje erbij. Alles op een prachtige manier ingericht en afgewerkt. Het oogt heel natuurlijk, niet storend in de omgeving.

Je moet er wel van rust houden, want in de omgeving is verder weinig te doen. Voor een uurtje of wat vinden wij het leuk. Stukje langs het strand wandelen, schelpen zoeken, daarna een heerlijk diner en nog even genieten vn de prachtige lucht tijdens de zonsondergang.
Daarna rijden we het laatste stuk terug naar Prailiu, waar we de laatste nacht hier door gaan brengen. Morgen vertrekken we naar het zuid-westen.

Deze site maakt gebruik van cookies voor het verbeteren van uw bezoekerservaring